REVIVE (accreditatie is verlopen)
Overzicht van het onderwerp
-
Leerdoelen
- Je leert op welke manier je risico's van ioniserende straling kunt verbeelden.
Visualiseren van de kans
Er zijn globaal twee manieren om informatie over de risico's van blootstelling aan straling aan de patiënt te geven. Je kunt uitleg geven over hoe groot de kans is om kanker te ontwikkelen en dit visualiseren en je kunt inzicht geven in hoe deze kans zich verhoudt tot andere risico's die zich in het leven voordoen. Hieronder zie je enkele voorbeelden.Figuur 14. De kans om kanker te ontwikkelen als gevolg van blootstelling van de foetus aan 10 mSv en de baseline kans op het ontwikkelen van leukemie (zonder dat er blootstelling heeft plaatsgevonden (ICRP 84)): Indien 1667 kinderen voor de geboorte aan 10 mSv straling worden blootgesteld, zal één kind (paars) kanker krijgen als gevolg van de straling. Zonder blootstelling aan straling zullen van de 1667 kinderen er 50 leukemie krijgen in de kinderleeftijd .
Figuur 14. Visualisatie van de kans op het ontwikkelen van kanker als gevolg van blootstelling aan 10 mSv straling in vergelijking met de baseline kans op het ontwikkelen van leukemie. Gebaseerd op data uit het rapport van het ICRP 84
Vergelijking met overige risico's
Ter vergelijking: uit Amerikaanse data blijkt dat het risico om een auto-ongeluk te krijgen ongeveer 1 op 300 is, het risico om van de trap te vallen is ongeveer 1 op 2000, het risico om een vliegtuigongeluk te krijgen is 1 op 7000 en het risico om door de bliksem getroffen te worden 1 op 85.000 (bron: Fahey, Treves & Adelstein, J Nuc Med Medical Exposure Directive , 2012). Het risico om aan kanker te sterven na blootstelling aan 1 mSv is 1 op 20.000 voor een volwassene.Vergelijking met overige stralingsbronnen
De gemiddelde jaarlijks blootstelling in Nederland bedraagt per inwoner 2,6 mSv (https://www.rivm.nl/stralingsbelasting-in-nederland)De straling die een vrouw krijgt kan daarmee vergeleken worden. Bijvoorbeeld, een röntgenopname van het bekken levert een dosis van ongeveer 0,6 mSv op. Dit komt overeen met iets minder dan 3 maanden van de jaarlijkse gemiddelde dosis.
In de figuur hieronder staan wat voorbeelden van straling bij verschillende activiteiten.
Figuur 15. Voorbeeld van stralingsdoses.